Patrooninformatie Monster Jam
1. Inleiding
Motivatie is alles! Het patroon van dit monstertje is eenvoudig en gebruikt alle oefenstukjes, zélfs de eerste lossenketting. De Durable Dare is dik genoeg (je haakt met haaknaald 6.0mm) zodat alle steken duidelijk te zien zijn. Met een paar handige trucjes raakt iedereen aan de haak.
Onderstaande video’s begeleiden je door het hele monstertjes-proces. Doe rustig aan, wees niet te streng voor jezelf en vooral: heb plezier!
Ben je linkshandig? Haak dan ook linkshandig en bekijk dan de aangepaste video’s. Zo hoeft je hoofd niet steeds te spiegelen. Ook jij kan het!
2. Stap 1: Lossenketting (armen en benen)
De lossenketting is de allereerste stap als je leert haken. Het is niet erg als de steken nog niet helemaal gelijk zijn. Er zijn maar twee dingen echt belangrijk: houd de haaknaald in de hand waarmee je schrijft, en haal de draad altijd van achter naar voren over je naald.
Voor linkshandigen:
3. Stap 2: Vasten (lichaam)
Als je een lossenketting kunt maken, kun je over naar het maken van je eerste lapje. Gebruik de volgende toverspreuk om de stapjes te onthouden: “In, draad errond, uit, draad errond, door”.
Voor linkshandigen:
4. Stap 3: Vastnaaien
Haken is één ding, alles mooi in elkaar zetten een tweede. Hier leer je hoe je de draadjes wegstopt en je lapje in elkaar naait.
Voor linkshandigen:
5. Stap 4: Afwerking
Haken is één ding, alles mooi in elkaar zetten een tweede. Hier leer je hoe je de draadjes wegstopt en je lapje in elkaar naait.
Voor linkshandigen:
Extra tips van Elke voor begeleiders van jonge hakertjes
Je zult zien dat jonge kinderen de haaknaald vaak nog niet echt als een ‘pen’ vastnemen, maar eerder als een ‘stok’. Ook zullen ze draad vaker hanteren met hun vingers in plaats van met hun naald. Dat ziet er gek uit, en als jij al lang haakt heb je misschien de neiging dat te willen corrigeren.
Toch is het helemaal oké! Zolang je ervoor zorgt dat ze de haaknaald ALTIJD vastnemen in de hand waarmee ze schrijven, komt het echt vanzelf. Als ze een tijdje aan het werken zijn, zullen ze vanzelf steeds meer hun haaknaald gaan bewegen omdat die in hun dominante hand zit.
Hoe jonger de kinderen zijn, hoe langer dit duurt.
Probeer te vermijden dat er (grote) stukken moeten worden uitgehaald. Gebruik daarom altijd stekenmarkeerders. Ook al zitten die niet allemaal op de juiste plek, als je er steeds evenveel zet, blijft je lapje even groot. Zo vermijd je het typische driehoekige beginnerslapje.
Draadspanning is moeilijk aan te leren, maar komt altijd goed. Het is veel gemakkelijker om (later) een te losse spanning te corrigeren dan een te strakke. Ik kies daarom in het begin liefst voor een losse werkdraad, zodat de steken groot genoeg zijn. Na een tijdje komt dat experimenteren met het anders vasthouden van de draad vanzelf.